Hoe verliep de eerste trainingsdag voor de nieuwe leerlijn spraakapraxie?

Jun 14

In gesprek met de cursusleidsters Roelie Sijbinga en Gerdien Bruggink 

 

Sinds een paar maanden staat de nieuwe leerlijn spraakapraxie online. Deze leerlijn geeft logopedisten alle handvatten om patiënten met spraakapraxie nog beter te diagnosticeren en behandelen. Anders dan voorheen is de leerlijn grotendeels online te volgen in de vorm van een interactieve e-learning. Ook de cursusdagen zien er anders uit: in plaats van meerdere cursusdagen is er nu één trainingsdag (aangeboden in Groningen en Breda) waarin de cursisten leren hoe ze de kennis uit de e-learning toepassen in de praktijk.          

 

Ondanks dat de ervaren cursusleidsters Roelie Sijbinga en Gerdien Bruggink, beiden logopedist en klinisch linguïst, al langer de cursusdagen op het gebied spraakapraxie begeleiden, is deze opzet voor hen ook nieuw – best spannend dus! Na afloop van de eerste trainingsdag in Groningen namen we plaats op een zonnig terras en vroegen we onder het genot van een drankje hoe de eerste trainingsdag verliep, hoe de reacties van de cursisten waren en waarom het zo belangrijk is om meer te leren over spraakapraxie.

 

Hoe lang begeleiden jullie deze cursus eigenlijk al?  

Roelie: “Gerdien en ik begeleiden alweer zo’n 10 jaar de cursussen voor de leerlijn spraakapraxie. We kennen elkaar als collega’s van het Beatrixoord. Voor onze masterscripties zijn we beiden begeleid door Judith Feiken, de bedenker van STAPP. In het Beatrixoord deden we veel behandelervaring op bij patiënten met spraakapraxie en leerden zo veel over deze spraakstoornis. Op een gegeven moment werden we door Judith gevraagd of we het leuk vonden om les te geven over dit onderwerp. Daar waren we allebei erg enthousiast over – en dat zijn we nog steeds!”

 

Hoe is de trainingsdag vandaag verlopen?

Gerdien: “De nieuwe leerlijn spraakapraxie heeft echt helemaal een nieuwe vorm gekregen waardoor de trainingsdagen er nu ook anders uitzien. Het was daarom best spannend voor ons of we qua tijd en planning goed uit zouden komen. Omdat de cursisten het theoriegedeelte nu volledig online volgen, was het voor ons ook even aftasten hoeveel kennis ze hadden en of ze de vertaling naar de praktijk al gelijk konden maken, maar dat ging eigenlijk heel goed. We hadden ook echt een leuke en enthousiaste groep cursisten – dat helpt ook altijd.”  

 

Er deden cursisten mee met verschillende achtergronden. Is dat een plus wat jullie betreft?  

Roelie: “We hadden vandaag zeker een gemêleerde groep, van logopedisten uit de eerste lijn met een eigen praktijk tot logopedisten die in een ziekenhuis of verpleeghuis werken. Dat vinden we alleen maar leuk. Het is mooi om te zien dat cursisten eigenlijk vanzelf ervaringen beginnen uit te wisselen. Dat is niet alleen interessant, maar ook zeer leerzaam. Collega’s snappen zo nog beter van elkaar wat ze tegenkomen in de praktijk.”      

 

Hoe waren de reacties van de cursisten op de nieuwe leerlijn?

Gerdien: “De reacties waren over het algemeen erg positief. Ze gaven aan dat ze het fijn vonden dat ze nu een groot deel van de cursus online en in eigen tijd konden volgen. Wel kregen we de feedback mee dat zo’n trainingsdag erg belangrijk is. Zeker voor het therapiegedeelte van de cursus vonden ze het fijn om dit samen te doen, omdat ze daar soms tijdens de zelfstudie het overzicht verloren. Zo’n dag als deze zorgt er dan voor dat alles op z’n plek valt.”        

Marijke heeft de leerlijn spraakapraxie met een 9,7 beoordeeld: “Online en praktijk dag vulden elkaar perfect aan. Er was goed gekeken naar wat online en wat fysiek aangeboden kon/moest worden.”

Waarom is het belangrijk dat we nog steeds meer leren over spraakapraxie?

Roelie: “Je ziet in de praktijk dat deze stoornis bij hersenletsel regelmatig voorkomt en logopedisten moeten dat vast kunnen stellen en vervolgens goed kunnen behandelen. We horen nu dat collega’s dat soms nog lastig vinden. Voordat we deze cursus zo’n 10 jaar geleden begonnen was er geen test en geen behandelmethode: de stoornis werd dus eigenlijk niet goed erkend. Sinds de ontwikkeling van onder andere het DIAS (Diagnostisch Instrument voor Apraxie van de Spraak) is er gelukkig veel verbeterd, maar er zijn nog genoeg stappen te zetten. Om dus terug te komen op de vraag: ja, het is belangrijk om nog meer te leren over spraakapraxie! Maar wij zouden natuurlijk ook wel de laatsten zijn om dat te ontkennen.”   

 

We bedanken Roelie en Gerdien voor hun tijd! Heb je vragen aan de hand van dit artikel of wil je als logopedist een training voor een van de nieuwe leerlijnen volgen? Bekijk het overzicht van de trainingen voor 2024 of neem voor vragen gerust contact met ons op. Wil je op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen binnen STAPP? Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief!